Over kou, modder, hekken en wind: Merenloop 2013
Druk is het wel, daar in het centrum van Grou en koud ook. Voor de toeschouwers/supporters is het niet echt prettig. Een straffe noordooster is er de oorzaak van dat het erg onaangenaam vertoeven is. De deelnemers zullen zich nog wel wat warm kunnen lopen, maar alle anderen zijn te beklagen. Het is niet anders.
Voor elk wat wils
de 14 kilometer geldt als een klassieker en is vooral pittig wanneer het nat en koud is (geweest), maar ook uitdagend vanwege het traject door de veelal sompige weilanden en de hekken die beklommen moeten worden; –de 10 kilometer staat bekend als de Merenloop in het klein, waarbij het traject door het weiland, dus ook de hekken, voor het grootste deel wordt vermeden; –de 5 kilometer, de gelegenheid bij uitstek om een persoonlijk record te lopen; –de jeugdlopen voor de maximaal 12 jarigen en tenslotte de mogelijkheid om wandelend de 14 kilometer de baas te worden.
Ouwe rotten
Diegenen die al vaker aan de Merenloop hebben meegedaan weten wat ze kunnen verwachten. Zij scheppen er behagen in om hun beproevingen van een van de vorige edities, al of niet wat aangedikt, uitvoerig en luid te bespreken. De tunnel, die twee maal genomen moet worden, wordt afgeschilderd als een dieptepunt in de meest letterlijke zin en het traject door het weiland zou door de zuigende kracht van de klei de grootste aanslag op de beenspieren zijn in je bestaan, de hekken zouden nauwelijks te nemen obstakels vormen en op die open vlakte (weiland) zou je een speelbal van de wind zijn. Zo wordt de tijd voor de start gebruikt om iedereen, maar vooral zij die voor het eerst hier in Grou meedoen, duidelijk te maken dat het geen sinecure is om De Merenloop tot een goed einde te brengen. Zij oogsten noch ontzag, noch veel bewondering met hun verhalen. Schouderophalend wordt het aangehoord, want wat moet je ook met zulke praat. Je hebt je ingeschreven, je wil een Merenloop shirt en je staat al in het startvak. Er is geen weg meer terug, je gaat ervoor en je zal er het beste van maken!
Al binnen
Wachten op het startschot. De jeugd is inmiddels al weer gefinisht. Bij de start zijn ze in volle vaart vertrokken. Na afloop vermoeide en verhitte hoofden, met trots hebben ze hun medaille en een verrassing in ontvangst genomen. Vol bravoure wordt er over “hoe ver en zwaar” het was verteld. Maar de vermoeidheid is snel verdwenen. Een enkeling stort zich nog even op het springkussen.
Ook de wandelaars zijn binnen. De meesten hebben het koud als ze de finish passeren. Ze zijn opgelucht dat het voorbij is. Het onthaal met koffie en cake onderweg werd onder deze barre omstandigheden erg gewaardeerd. Het vooruitzicht van een kop erwtensoep doet wonderen. Iedereen blikt dan ook tevreden terug.
Start
De hardlopers starten met een tussenpose van 20 minuten, te beginnen met de 14 km. Als het schot is gevallen het gebruikelijke tafereel. De wedstrijdlopers voorop en daarachter komt langzaam maar zeker de meute in beweging. Druk gekakel tussen de lopers onderling en aanmoedigingen vanuit het talrijke publiek. Hier en daar loopt men elkaar wat in de weg, maar met de nodige inschikkelijkheid komt iedereen zonder kleerscheuren de eerste honderd meter door.
Verder
En dan is er ruimte. Verder op weg naar de tunnel krijg je gelegenheid om in je ritme te komen. De stemming is ogenschijnlijk goed en het tempo ligt hoog met de wind in de rug..
Dan een bocht naar rechts om vervolgens als er drie kilometer op zit een draai van 180˚; het talud van de tunnel. Eenmaal beneden moet je ook weer omhoog, een keihard gegeven. Het is de eerste beproeving deze middag. Menigeen heeft het moeilijk, maar eenmaal boven is het leed gauw geleden.
Lopen en lijden
Liep je nog in een min of meer vast groepje, dat kun je nu wel vergeten. Er zijn er die ogenschijnlijk ineen storten; het tempo zakt drastisch en het gezucht en gekreun neemt fors toe. Maar er ontstaan nieuwe groepjes, maar van korte duur. Het is weer ieder voor zich en het drassige weiland voor ons allemaal. De hekken vormen een hoofdstuk apart. Je hebt erbij die zo’n horde nemen alsof ze over een drempel stappen. Dan zijn er die voorzichtig, trede voor trede/spijl voor spijl/stang voor stang/plank voor plank, het hek de baas worden en boven op het hek hun hoogtevrees met moeite weten te overwinnen. Er zijn die met één stap boven op het hoogst punt staan en dan met een sprong hun weg vervolgen. Eenmaal het hek genomen wordt de tocht hervat. Bij hek nr. 4 is de aardigheid er bij de meesten wel af; de gezichten staan op onweer en lopen is lijden geworden. Maar aan alles komt een eind.
Van diepte- naar eindpunt
De gezichten klaren weer op als het weiland wordt verlaten en op het 9 km punt is men de ontberingen vergeten. De ervaren Merenlopers weten dan dat de man met de hamer nog op de loer ligt. De tunnel doet zijn slopende werk. Er zijn er die er de brui aan lijken te geven. Wandelend komen ze boven en moeizaam hervinden ze zich.
Na de tunnel het stuk weer langs het kanaal. Tegenwind. Een enkele toeschouwer, kou kleumend, langs de route op zoek naar een bekende. De muziek wordt hoorbaar. Een bocht naar links, een blik op het Pikmeer,het Theehuis rechts, boten liggen nog in winterse rust aan de steigers en dan die poort: DE FINISH. Het zit erop. De wedstrijdlopers zijn al lang binnen. Ze hebben de prijzen verdeeld. De erwtensoep smaakt als nooit te voren. De verhalen gaan over hoe zwaar het was, over die rottige hekken, over het lange talud van de tunnel, over het gladde traject door het weiland en over hoe smerig schoeisel en kleding is geworden. Er wordt ook gelachen, geen leed vermaak, maar gewoon omdat het “leuk” was, om die ene man die uitgleed en was gevallen in de modder en over hoe harkerig sommigen over de hekken zijn geklommen. Tijden worden uitgewisseld en met elkaar vergeleken in het besef dat iedereen zich “uit de naad” heeft gelopen. Een voldaan gevoel neemt bezit van de lopers. Met een ervaring rijker vertrekt de een na de ander huiswaarts. Wat het weer betreft: Hoewel het koud was en de wind onaangenaam, heeft het niet gesneeuwd, noch geijzeld, noch geregend. En dat was een geluk. Ach, het viel achteraf allemaal wel wat mee. Indachtig het spreekwoord: “de mens lijdt het meest van de zorgen die hij vreest” nemen we afscheid van de Merenloop 2013. Het wordt langzaamaan weer rustig in Grou.
Meeloper